In het hoofd van een puber: praktische tips uit de keynote van Dr. Aletta Smits

Ruth Franceus   ‐  Maandag 28 april 2025   ‐  

#wearegym

De puberteit start vroeger dan vaak gedacht: al rond 9 à 10 jaar. In deze periode ondergaat het brein grote veranderingen. Tot ongeveer 25 jaar zijn jongeren in ontwikkeling, en hun hersenen functioneren fundamenteel anders dan die van volwassenen. Dit maakt het voor volwassenen soms moeilijk om zich écht in te leven in de leefwereld van pubers.

Met deze inzichten hopen we jullie meer grip te geven op de complexe maar fascinerende wereld van pubers. Soms is het inderdaad gewoon een kwestie van wachten tot het voorbij is – maar onderweg kunnen we het hen wel een stuk makkelijker (en leuker) maken.

Een belangrijk onderdeel in deze ontwikkeling is de pijnappelklier, een zone in het brein die nauw samenhangt met emoties – en die tijdens de puberteit bijzonder actief is.

1. TIJD – een ander perspectief

Pubers beleven tijd letterlijk anders. Rond hun tiende levensjaar krijgen ze een besef van tijd, maar het blijft een moeilijk te hanteren concept. Wat voor ons logisch en gestructureerd aanvoelt, lijkt voor hen abstract en ongrijpbaar.

  • Langetermijnafspraken zijn voor hen moeilijk in te schatten of te onthouden. Ze denken vaak dat iets in de toekomst tóch niet doorgaat. 

  • Verklein de tijdseenheid: spreek in uren of dagdelen, niet in weken of maanden.

  • Maak samen hun agenda visueel: toon welke uren al volzet zijn en hoeveel er nog overblijven.

  • Wees mild als een puber afzegt: vaak is het geen onwil, maar een verkeerd ingeschatte planning.

2. MOTIVATIE – sociaal en direct

Motivatie bij pubers is in de eerste plaats gelinkt aan hun sociale activiteiten. Ze worden gedreven door hun omgeving en door het gevoel erbij te horen.

  • Spreek waardering kort, duidelijk en oprecht uit.

  • Coach positief en individueel.

  • Beloon en benoem inspanningen – hoe klein ook – en geef complimenten die raken.

3. DOPAMINE – de zoektocht naar plezier

Pubers kampen structureel met een tekort aan dopamine, het stofje dat zorgt voor motivatie, beloning en geluk en zet hen aan tot actie en beweging.

  • Een puber die pas in actie komt als je boos wordt, toont geen onwil – het wijst op een gebrek aan dopamine.

  • Complimenten – zeker over dingen waar ze zelf trots op zijn (zoals hun sportoutfit of prestatie) – zorgen voor een dopamineboost.

  • Laat pubers dingen doen die spanning en plezier brengen.

  • Laat hen trainen of werken in duo’s of met vrienden: samen leren is leuker én motiverender.

4. MELATONINE – een ander slaapritme

Het slaappatroon van pubers verschuift: ze slapen later in en hebben ’s ochtends meer slaap nodig. Vroeg opstaan of op tijd komen kost hen dan ook écht meer moeite dan volwassenen beseffen.

  • Help hen met een duidelijke structuur en grenzen.

  • Gebruik dopamine (complimenten, leuke vooruitzichten) om hen in beweging te krijgen.


Praktische tips voor omgaan met pubers

  • Spreek jongeren individueel aan, niet in groep.

  • Geef geregeld complimenten en erken hun inzet.

  • Maak afspraken sociaal en emotioneel relevant.

  • Help hen de gevolgen van hun gedrag inzien zonder te straffen – stel duidelijke, eerlijke consequenties.

  • Geef keuzemogelijkheden en alternatieven.

  • Toon duidelijk je gezichtsuitdrukking – pubers hebben moeite met het interpreteren van non-verbale signalen.

  • Bovenal: laat hen voelen dat ze gezien worden.

Ondanks (of juist dankzij) al deze uitdagingen zijn pubers ook geweldig. Hun spontaniteit en gevoel voor humor maken elke dag verrassend. Maar ze hebben wel begeleiding nodig in een wereld die hen soms overweldigt.

Reacties op dit bericht

Om een reactie te plaatsen en reacties te bekijken moet je ingelogd zijn. Inloggen