De federale regering werkt verder aan de uitwerking van het Zomerakkoord waar een statuut vrijetijds- of verenigingswerk tegen 1 januari 2018 in is opgenomen.
De regering-Michel legde vast dat werknemers die minimum 4/5 werken, zelfstandigen in hoofdberoep en gepensioneerden in de non-profitsector tot 500 euro onbelast per maand kunnen bijverdienen. Op jaarbasis gaat het om 6.000 euro.
Maar om welke taken in de sport gaat het juist?
Volgens de laatste berichten in de pers, werkte de federale regering twee lijsten uit met functies die in aanmerking zullen komen voor het vrijetijds- of verenigingswerk. De eerste lijst omschrijft elf diensten van burgers aan burgers.
De tweede lijst somt zeventien taken in het verenigingswerk op.
Specifiek voor sport, gaat het om de volgende taken of functies:
- Sportlessen
- Sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugsportcoördinator, sportscheidsrechter, jurylid, steward, terreinverzorger-materiaalmeester, seingever bij sportwedstrijden;
- Beheerder, huismeester, monitor of bewaker van vakantiekolonies, speelpleinen en jeugd- en sportkampen;
- Hulp en ondersteuning bieden op occasionele en kleinschalige basis op het vlak van het administratief beheer, het bestuur, ordenen van archieven of de praktische organisatie van activiteiten van sportverenigingen, natuurorganisaties, organisaties ter bescherming van het cultureel en historisch erfgoed, jeugdorganisaties, organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, musea, verenigingen ter bevordering van plastische en literaire kunst, theaterhuizen en -gezelschappen, muziekensembles, zanggezelschappen, dansgezelschappen en circusgroepen;
- Hulp bieden op occasionele en kleinschalige basis bij het opstellen van nieuwsbrieven en andere publicaties evenals websites met het oog op informeren, sensibiliseren of permanente educatie van een groot publiek voor sportverenigingen, natuurorganisaties, organisaties ter bescherming van het cultureel en historisch erfgoed, jeugdorganisaties, organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, musea, verenigingen ter bevordering van plastische en literaire kunst, theaterhuizen en -gezelschappen, muziekensembles, zanggezelschappen, dansgezelschappen en circusgroepen;
- Verstrekker van opleidingen, lezingen, presentaties en voorstellingen over culturele, artistieke en maatschappelijke thema's evenals thema's m.b.t. het leefmilieu, bij sportverenigingen, natuurorganisaties, organisaties ter bescherming van het cultureel en historisch erfgoed; jeugdorganisaties, organisaties voor ontwikkelingssamenwerking, musea, verenigingen ter bevordering van plastische en literaire kunst, theaterhuizen en theatergezelschappen, muziekensembles, zanggezelschappen, dansgezelschappen en circusgroepen en bibliotheken.
Organisaties die een beroep doen op vrijetijds- of verenigingswerkers, zullen hiervan via een app aangifte kunnen doen.
Startdatum voor dit nieuwe statuut is volgens de laatste berichten nog steeds 1 januari 2018.
Wij houden jullie uiteraard op de hoogte van verdere, concrete ontwikkelingen in dit dossier.