Op recreatieve trainingen is élke sporter welkom. Natuurlijk wil jij als trainer iedereen een fantastisch leuke en leerrijke training geven. En dat is een hele uitdaging! Elke trainer heeft zijn eigen stijl om dit te doen. Wij zetten graag enkele tips op een rijtje die je kunnen helpen in jouw aanpak om iedere sporter te laten schitteren.
Recreatieve sporters kunnen verschillende motieven hebben om te komen trainen: plezierbeleving, nieuwe elementen onder de knie krijgen, fitheid, sociaal contact, gezondheid, ... Daarom is het belangrijk dat de trainingen in een positieve en constructieve sfeer verlopen met inspraak van de sporter. Naarmate de sporter meer ervaring krijgt en ouder wordt, evolueert dit naar een gedeelde verantwoordelijkheid van de trainer en de sporter. Een 'goede klik' tussen trainer en sporters is dus cruciaal. De focus mag niet alleen op het sportieve liggen, maar ook op de groepscohesie en (club)binding. Maar hoe doe je dat nu?
De individuele doelstellingen van de sporters zijn gelinkt aan één of meerdere van de 4 F-woorden:
Kinderen, jongeren en volwassenen hebben drie psychologische basisbehoeften die moeten worden ingevuld, willen ze lang en op een leuke manier de sport blijven beoefenen. Als trainer moet je de sporters motiverend coachen op basis van deze 3 behoeften:
Gericht focussen op kracht en lenigheid vs. alle fysieke basiseigenschappen trainen
Alle fysieke basiseigenschappen trainen! Het is belangrijk dat fysieke training speels en plezant is, terwijl de kwaliteit van de uitvoering niet uit het oog mag verloren worden. Alle fysieke eigenschappen (Kracht, lenigheid, snelheid, coördinatie, evenwicht, cardio) moeten evenwichtig getraind worden. Bij kinderen van de lagere school kan het meest rendement verworven worden op snelheid en coördinatie.
Functionele krachttraining vs. krachttraining met extra gewichten
Functionele krachttraining! Deze vorm van krachttraining met het eigen lichaamsgewicht is het meest aangewezen bij recreatieve sporters om zo de grote spiergroepen (armen, buik, benen en rug) te versterken alsook de houding van de sporter te stabiliseren. Een goede fysieke fitheid is noodzakelijk om nieuwe vaardigheden te kunnen leren én verhoogt de kwaliteit van het leven fysiek en mentaal.
Na elke oefening onmiddellijk feedback geven vs. Inzetten op zelfinzicht
Inzetten op zelfinzicht! Geef enkel op passende momenten - niet continu, niet te veel - constructieve feedback. Stimuleer ook het denken van de sporters naar het zoeken van leerpunten uit fouten en het vinden van herhaalpunten uit successen. Vanaf 8 à 9 jaar kan je actief vragen stellen over wat goed was of wat ze anders zouden doen bij een volgende uitvoering (open vraag). Zo breng je dialoog op gang en werk je aan zelfinzicht en probleemoplossend denken. Dit stimuleert de opbouw hun zelfbeeld en zelfvertrouwen.
Trainen in comfortsituaties vs. trainen in wedstrijdsituatie
Trainen in comfortsituaties! Het aantal trainingsuren bij recreatieve sporters is lager dan bij wedstrijdsporters. In deze beperktere trainingstijd kan je de sporters toch successen laten ervaren door te trainen in comfortsituaties zoals valkuil ipv harde landingsmat, airtrack of trampolinebaan, zachte matten op balk, ... Bovendien verlaagt dit ook de belasting op het lichaam, zodat dit in evenwicht kan blijven met de belastbaarheid van het lichaam. Deze aanpak verlaagt de kans op blessures.
Sociale interactie stimuleren vs. individueel karakter van de sport benadrukken
Sociale interactie stimuleren! Binding is een psychologische basisbehoefte. Als trainer kan je inzetten op sociale interactie door op regelmatige basis spelvormen te spelen, duo-opdrachten of opdrachten in kleine groepjes te voorzien, sporters elkaar te laten helpen, ... Op die manier verhoogt de samenhang van de trainingsgroep en kunnen vriendschappen ontstaan. Dit zorgt voor meer plezierbeleving, stimuleert de motivatie en kan de inzet van de sporters verbeteren.
Om een reactie te plaatsen en reacties te bekijken moet je ingelogd zijn. Inloggen